‘Als gastgezin deel je alle hoogte- en dieptepunten’

Loeki Bruinink vangt sinds 2012 kittens op die bij Dierenopvangtehuis De Bommelerwaard binnenkomen. Ze vertelt hoe het is om deze tijdelijke huisgenootjes te verzorgen. “Je doet het echt samen met alle gezinsleden.”

“Jaarlijks vangen we jonge katjes op die – vaak in verwaarloosde staat – in het asiel zijn beland. We leerden Dierenopvangtehuis De Bommelerwaard kennen, toen we zelf een kitten kwamen uitzoeken: Willem (ondertussen 11 jaar). Onze jongste wilde het liefst meteen op de kattenafdeling aan de slag. Daar was hij toen nog veel te jong voor, maar de beheerder wees ons wel op de mogelijkheid om gastgezin te worden. We besloten het te proberen. Ik stelde wel als voorwaarde dat we zelf géén kitten zouden houden. Anders hadden we nu vermoedelijk een hele kudde katten gehad: onze Willem moet er niet aan denken.

Meestal rond juni krijgen we de eerste kittens binnen. In ons geval zijn ze dan vijf weken of ouder. De allerkleinsten worden liefdevol opgevangen door andere gastgezinnen, die ze om de paar uur de fles geven. Dat kunnen wij niet combineren met onze banen, hoewel ik grotendeels vanuit huis werk.

De opvang van kittens gaat alle gezinsleden aan. Want de kleintjes mogen niet naar buiten glippen (“Deur dicht!”), ze moeten meerdere keren per dag eten krijgen (“Zitten er nog brokken in hun bakje?”), de ruimte waarin ze zitten moet dagelijks schoongemaakt worden (“Dat doe jij maar, mam.”) en ze moeten veel liefde en aandacht krijgen (“Natuurlijk mogen jullie vrienden komen aaien, maar… deur dicht!”).

Ik vind het iedere keer weer mooi om te zien dat de kinderen elke kitten onmiddellijk en onvoorwaardelijk in hun hart sluiten. Ook als de katjes verwilderd en doodsbang binnenkomen. Mijn kinderen gunnen ze alle tijd. Ze kunnen uren bij de nieuwkomers zitten om ze te laten wennen. En we houden elkaar op de hoogte van de kleinste vorderingen die ze maken: “Hij blies wel, maar speelde toch met het touwtje!” Ook veranderingen in ontlasting, waterige oogjes en andere ongemakken worden meteen gesignaleerd. Als de kitten oogzalf of andere medicijnen nodig heeft, staat inmiddels een volleerd team klaar voor de behandeling. De een houdt de kitten vast, de ander dient het spul toe en de volgende staat klaar om te troosten.

Zo groeien die katjes dus liefdevol op. Als gezin deel je alle hoogte- en dieptepunten in dat groeiproces. Want dieptepunten zijn er zeker ook. Soms zijn de kittens zo ziek, dat ze het niet redden. Dat hakt er echt in. Gelukkig gaat het meestal goed.

Als ze 900 gram wegen, krijgen de kittens hun eerste inenting. Dat doet de dierenarts, die iedere maandagmiddag naar het asiel komt. Ruim een week later brengen we ze naar de dierenartspraktijk. Dan krijgen ze een chip en worden ze geneutraliseerd. Dat ritje naar de dierenarts is niet mijn favoriete onderdeel van de kittenopvang. Wat zijn ze toch afhankelijk van je. De ingreep is gelukkig zo gepiept. Na een paar uur kan ik ze alweer ophalen. En telkens zijn we weer verbaasd dat ze diezelfde dag nog met elkaar spelen alsof er niets is gebeurd. Zelfs de poesjes.

Als ze rond de acht weken zijn en alles gaat goed, verschijnen ze op de website van het asiel. Met een foto en tekst. Daar zorg je als gastgezin zelf voor, want jij kent de kittens natuurlijk het best. De kittencoördinator legt het contact tussen mensen die interesse hebben en het gastgezin. Meestal is het een mooi moment als die mensen voor het eerst komen kennismaken met de kitten. Je ziet ze op slag verliefd worden. Een goede match is heel belangrijk, want je wil niet dat ze na een tijdje terug worden gebracht.

Drie weken na de eerste krijgen de kittens hun tweede inenting. En zo’n vijf dagen later zijn ze klaar voor vertrek. Op de dag van het afscheid is ons hele gezin van slag.  We kijken allemaal op tegen het definitieve afscheid. Op het moment van de overdracht is het echt even slikken. Daar gaan ze dan, op weg naar een nieuw avontuur. De eerste keer dat we zo’n afscheid meemaakten, leek het me ook meteen de laatste keer. Mijn jongste was ontroostbaar. Maar toen kwamen de foto’s en enthousiaste berichten van de nieuwe baasjes binnen. Kijk ‘onze’ kittens het eens naar hun zin hebben in hun nieuwe huis! Wat doen ze het goed! We voelden ons echt wel een beetje trots. Toch nog maar een keer doen dan?

Inmiddels zijn we aan ons negende seizoen bezig. Tientallen kittens hebben we zien komen en gaan. Tot nu toe hebben we de verleiding kunnen weerstaan om er zelf een te houden. Best een prestatie. Alleen Willem is blij als alle kittens weer de deur uit zijn.

Regelmatig krijgen we foto’s van onze oude huisgenootjes. Wat zijn ze gegroeid, wat zien ze er happy uit! Daar doe je het als gastgezin toch voor!”